De Nieuwe en Volkomen Italiaanse Spraakmeester

Of een nieuwe en seekere wijse, verklaard in het Neerduits en Frans om gemakkelijk en binnen seer korten tijd de Italiaanse Taal te leeren, verstaan, schrijven en spreeken. Beneffens een nette en curieuse verhandeling van de Italiaanse Digtkunde. Daar en boven eenige gemeensaame Samenspraaken; verscheide Brieven van Pligtpleeging en eerbiedenis; ook gemeene Spreek-woorden. Waar bij tot een sonderling gemak en voordeel gevoegt sijn drie kleine Dictionaria of Woordboeken, vervattende Woorden en Spreekwijsen, in het schrijven en spreeken gebruikelijk, in drie Deeltjes onderscheiden. Door B: Moretti, Taalmeester op de Leidse Academie

Autore:
Bruno D. Moretti | Moretti Bruno D.

Vedi scheda completa

Indice

REGISTER.

I. Hoofdst. Van het leesen en de uitspraak. pag. 3

II. Hoofdst, van d’Articuli, en Declinatien, van de bepaalde Articulus. 11

Declinatio van de Articulus il en lo. 15

Declinatio van de Articulus la. 17

Van de onbepaalde Articulus. 18

Aanmerkingen. 21

De Præpositio in. 21

De Præpositio met. 22

III. Hoofdst. Van de Nomina. 25

Maaking van Numerus pluralis van het Mannelijk Geslagt. 25

Maaking van het meervoudig getal van die woorden die Feminini Generis sijn. 27

IV. Hoofds[t]. Van de Adjectiva, en Substantiva. 29

V. Hoofdst. Van de Nomina Augmentativa. 33

VI. Hoofdst. Van de Diminutiva. 35

VII. Hoofdst. Van de Comparativa. 35

VIII. Hoofdst. Van de Superlativa. 38

X. Hoofdst. Van de Pronomina. 43

Van de Pronomina Personalia. 43

XI. Hoofdst. Van de Pronomina Conjunctiva. 47

XII. Hoofdst. Van de Pronomina Possessiva. 49

XIII. Hoofdst. Van de Pronomina Demonstrativa. 51

XIV. Van de Pronomina Relativa. 51

XV. Van de Pronomina Impropria. 53

XVI. H. Van de Werwoorden en Vervoegingen. 57

Conjugatio van het Verbum Auxiliare hebben, 59

Conjogatio van het Verbum Auxiliare sijn. [66]

De vierde Conjugationes, of samenvoeging. 73

XVII. Hoofdst. Van het maaken der Tijden. 75

XVIII. Van de Verba Passiva. 81

XIX. Hoofdst. Van de Verba Reciproca. 81

XX. Hoofdst. Van de Verba Impersonalia. 83

Hoe men moet uitdrukken daar is, daar was. 85

XXI. H. Van de ongeregelde Werkwoorden. 87

XXII. Hoofdst. Van de ongeregelde Werkwoorden van de eerste Vervoeging. 88

XXII[I]. Hoofdst. Van de Tweede. 88

XXIV. Hoofdst. Van de Derde. 95

XXV. Hoofdst. Van de Vierde. 104

Van de Werkwoorden op isco. 106

XXVI. Hoofdst. Van het Participium. 110

XXVII. Hoofdst. Van de Adverbia. 115

XXVIII. Hoofdst. Van de Propositiones. 117

XXIX. Hoofdst. Van de Conjectiones. 121

XXX. Hoofdst. Van de Interjectiones. 123

Tractaat van de Digt Konst. 127

I. Hoofdst. Van de Veersen in ’t bijsonder. 129

II. Hoofdst, Van de groote Veersen. 131

Van d’Hemistiche. 131

III. Hoofdst. Van de kleine Veersen. 139

Om de Italiaanse Veersen te meeten. 139

IV. Hoofdst. Van de Rijm. 143

Van de samen-menging der Rijmen. 145

V. Hoofdst. Van de werking in Veersen. 145

Van de stanse van ses Veersen. 147

Van drie. 147

Van de Veersen genaamd Quarternary, en Quartarima. 151

Van de Sonnet. 153

Van de Gedigten met groote en kleine Veersen gemengt. 157

Van de Madrigaal. 159

Van de Veersen sonder Rijm. 159

VI. Hoofdst. Van de vijheid der Digters. 163

I. Samen-spraak. 196 [in realtà 166]

II. Samen-spraak. 196

[Eenige Brieven van Gedienstigheden en Pligtplegingen.] 217

 

INDICE.

 

Chap. I. De la lecture, et pronontiation. 2

Chap. II. Des Articles, et Delinaisons. 10

De l’Article defini. 12

Declinaison de l’Article il et lo. 14

Declinaison de l’Article la. 16

De l’Article Indefini. 18

Remarques sur les Articles. 20

De la Proposition en, et dans. 20

De la Proposition avec. 22

Chap. III. Des Noms. 24

Formations du Plurier des noms masculins. 24

Formation du Plurier de noms feminins. 26

Chap. IV. Des Adjectifs, et Substantifs. 28

Chap. V. Des Augmentatifs, ou Amplificatifs. 32

Chap. VI. Des Diminutifs. 34

Chap. VII. Des Comparatifs. 34

Chap. VIII. Des Superlatifs. 38

Chap. IX. Remarque pour la François. 40

Terminaison de Noms Italiens tirès sur le Latin. 41

Avertissement sur les Noms. 41

Chap. X. Des Pronoms. 42

Des Pronoms Personal. 42

Chap. XI. Des Pronoms Conjonctifs. 46

 Chap. XII. Des Pronoms Possessifs. 48

Chap. XIII. Des Pronoms Demonstratifs. 50

Chap. XIV. Des Pronoms Relatifs. 52

Chap. XV. Des Pronoms Impropres. 52

Chap. XVI. Des Verbes, et Conjugaisons. 56

Conjugaison du Verbe Auxiliare avoir. 58

Conjugaison du Verbe Auxiliare être. [66]

Les quatre Conjugaisons. 73

Chap. XVII. Formation des Temps. 74

Chap. XVIII. Des Verbes Passifs. 80

Chap. XIX. Des Verbes Reciproques. 80

Chap. XX. Des Verbes Impersonnels. 82

Comm’il fait exprimer il y a, il y avoit. 84

Chap. XXI. Des Verbes Irreguliers. 86

Chap. XXII. Des Verbes Irreguliers de le premiere Conjugaison. 88

Chap. XXIII. De la Seconde. 89

Chap. XIV. De la Troisieme. 95

Chap. XXV. De la Quatrieme. 104

Des Verbes en isco. 106

Chap. XXVI. Du Participe. 110

Chap. XXVII. Des Adverbes. 114

Chap. XXVIII. Des Prepositions. 116

Chap. XXIX. Des Conjunctions, 120

Chap. XXX. De l’Interjection. 122

Traitè de la Poësie. 126

Chap. I. De Vers en Particulier. 128

Chap. II. De grands Vers. 130

de l’Hemistiche. 130

Chap. III. De petits Vers. 130

Pour mesurer le Vers. 134

Chap. IV. De la Rime. 142

Du melange des Rimes. 144

Chap. V. Des l’Ouvrages en Vers. 144

Des stances de six Vers. 146

de trois Vers. 146

De Quatrains. 150

Du Sonnet. 152

Des ouvrages melés de grands et de petit Vers. 156

du Madrigal. 158

Des Vers sans Rime. 158

Chap. VI. Des licences Poëtiques. 162

Premier dialogue. 166

  seconde. 196

Lettres des Compliments. 217

Proverbes. [232]

Promotori del progetto

Unistrasi Unimi Unipi Unitus

Partner

Unistrasi Unimi